Mythisch thema in de film Room
Een paar weken geleden zag ik deCanadees-Ierse film ‘Room’ waarin het aangrijpende verhaal wordt verteld van een vijfjarig jongetje – Jack - dat zijn beeld over de werkelijkheid moet bijstellen als hij uit de beklemmende ruimte, waar hij al sinds zijn geboorte met zijn moeder gevangen zit, weet te ontsnappen. Een ogenschijnlijk simpel verhaal, maar met mythische proporties; een film die nog weken nazinderde.
Het verhaal
Jack woont met zijn moeder in een schuur met alleen een
dakraam. Zijn moeder is ooit ontvoerd en wordt sindsdien vastgehouden door ‘Old
Nick’. Jack kan maar beter geen vragen
stellen over Old Nick, de man die hen af en toe bezoekt, boodschappen brengt en
Jack verdwijnt in de kast als Old Nick bij zijn moeder in bed kruipt en dingen
met haar doet die ze verschrikkelijk vindt.
Het hele verhaal wordt verteld vanuit Jacks perspectief. Jack
weet niet beter dan dat de schuur - ‘Room’ - de werkelijkheid is. Buiten de
schuur bestaat er simpelweg niets. De mensen, de vogels, de bomen op TV zijn
nep. Dat wat echt bestaat is dat wat hij kan zien een aanraken: het bad, de
gootsteen, de tafel, het bed, de kast. Jack begroet deze zaken ’s morgens, leert
lezen, doet lichamelijke oefeningen met zijn moeder. Het is een overzichtelijk
universum. Tot hij op een dag een muis in de schuur aantreft. Is die echt of nep? En waar is de muis als hij
achter de muur is verdwenen? Zijn moeder ziet dit als een aanleiding om hem te
vertellen dat er buiten de schuur wel degelijk een andere werkelijkheid
bestaat. De muis is echt en niet nep. En ze vertelt hem ook dat zij zelf in die
werkelijkheid heeft geleefd totdat Old Nick haar ontvoerde en opsloot.
Jack kan het aanvankelijk niet geloven, maar moet er wel aan
als zijn moeder hem overtuigt van de noodzaak te ontsnappen uit de beklemmende
omgeving. En Jack moet bij die ontsnapping een sleutelrol spelen. Ik zal niet
teveel verklappen over het verloop van de film en de razend spannende
ontsnapping; het draait wellicht allemaal om Jacks gewaarwording van die nieuwe
werkelijkheid. Jack wordt gedwongen zijn verhaal bij te stellen.
De plot - de film is gebaseerd op Emma Donoghue's gelijknamige
roman - lijkt in de eerste plaats op de allegorie van Plato’s grot, waarin wordt gesuggereerd dat wij de werkelijkheid niet kunnen kennen omdat we
gevangen zitten in beperkt bewustzijn. We zien slechts een reflectie van de
werkelijkheid op de achterwand van de grot.
En als je even verder denkt, kom je al snel bij The Matrix van broer en zus Wachowski
uit 1999 waarin een computerprogrammeur erachter komt dat de werkelijkheid,
waar hij zich toch altijd al vragen over had gesteld, nog veel groter en
complexer is dan hij zich ooit had kunnen voorstellen en dat het menselijk
bewustzijn gevangen zit in een kunstmatige realiteit die The Matrix wordt
genoemd.
Beperkt bewustzijn
Gevangen zitten in beperkt bewustzijn is een mythisch thema
en de vraag die daarbij opkomt is een filosofische: hoe kunnen wij de
werkelijkheid leren kennen?
Volgens oude Indianenstammen bestaat er niet zoiets als een
objectieve werkelijkheid; alles wat je meemaakt verschijnt slechts ín jou. Als
je in de trein stapt, verschijnt de trein in jouw bewustzijn, als je door het
bos loopt, verschijnt het bos in jouw gewaarzijn. Met andere woorden: de
werkelijkheid is slechts dat wat je waarneemt. Daarbuiten bestaat er niets. Pas
op het moment dat er barsten ontstaan in je overzichtelijke universum en je
waarneming zich verruimt, kan die realiteit veranderen.
Een tipje van de sluier
Wij zijn net als Jack, we beschouwen alleen dat wat we zien en kunnen aanraken als echt. We vertellen daar verhalen over en zijn ontzet en ongelovig als iemand ons iets vertelt over een andere werkelijkheid of een andere gewaarwording.
Soms moet er dus een muis in ons blikveld opdoemen, zoals in ‘Room’ bij Jack, om ons perspectief open te breken.
Goed vertelde verhalen kunnen de functie van zo’n muis hebben. Ze lichten een tipje van de sluier op en verruimen ons bewustzijn; ze tonen ons een nieuwe wereld.
Wij zijn net als Jack, we beschouwen alleen dat wat we zien en kunnen aanraken als echt. We vertellen daar verhalen over en zijn ontzet en ongelovig als iemand ons iets vertelt over een andere werkelijkheid of een andere gewaarwording.
Soms moet er dus een muis in ons blikveld opdoemen, zoals in ‘Room’ bij Jack, om ons perspectief open te breken.
Goed vertelde verhalen kunnen de functie van zo’n muis hebben. Ze lichten een tipje van de sluier op en verruimen ons bewustzijn; ze tonen ons een nieuwe wereld.