maandag 4 april 2016

De werkelijkheid is slechts een verhaal

Mythisch thema in de film Room

Een paar weken geleden zag ik de
Canadees-Ierse film ‘Room’ waarin het aangrijpende verhaal wordt verteld van een vijfjarig jongetje – Jack - dat zijn beeld over de werkelijkheid moet bijstellen als hij uit de beklemmende ruimte, waar hij al sinds zijn geboorte met zijn moeder gevangen zit, weet te ontsnappen. Een ogenschijnlijk simpel verhaal, maar met mythische proporties; een film die nog weken nazinderde.

Het verhaal
Jack woont met zijn moeder in een schuur met alleen een dakraam. Zijn moeder is ooit ontvoerd en wordt sindsdien vastgehouden door ‘Old Nick’.  Jack kan maar beter geen vragen stellen over Old Nick, de man die hen af en toe bezoekt, boodschappen brengt en Jack verdwijnt in de kast als Old Nick bij zijn moeder in bed kruipt en dingen met haar doet die ze verschrikkelijk vindt.

Het hele verhaal wordt verteld vanuit Jacks perspectief. Jack weet niet beter dan dat de schuur - ‘Room’ - de werkelijkheid is. Buiten de schuur bestaat er simpelweg niets. De mensen, de vogels, de bomen op TV zijn nep. Dat wat echt bestaat is dat wat hij kan zien een aanraken: het bad, de gootsteen, de tafel, het bed, de kast. Jack begroet deze zaken ’s morgens, leert lezen, doet lichamelijke oefeningen met zijn moeder. Het is een overzichtelijk universum. Tot hij op een dag een muis in de schuur aantreft.  Is die echt of nep? En waar is de muis als hij achter de muur is verdwenen? Zijn moeder ziet dit als een aanleiding om hem te vertellen dat er buiten de schuur wel degelijk een andere werkelijkheid bestaat. De muis is echt en niet nep. En ze vertelt hem ook dat zij zelf in die werkelijkheid heeft geleefd totdat Old Nick haar ontvoerde en opsloot.
Jack kan het aanvankelijk niet geloven, maar moet er wel aan als zijn moeder hem overtuigt van de noodzaak te ontsnappen uit de beklemmende omgeving. En Jack moet bij die ontsnapping een sleutelrol spelen. Ik zal niet teveel verklappen over het verloop van de film en de razend spannende ontsnapping; het draait wellicht allemaal om Jacks gewaarwording van die nieuwe werkelijkheid. Jack wordt gedwongen zijn verhaal bij te stellen.

De mythe
De symbolische waarde van dit verhaal is enorm.
De plot - de film is gebaseerd op Emma Donoghue's gelijknamige roman - lijkt in de eerste plaats op de allegorie van Plato’s grot, waarin wordt gesuggereerd dat wij de werkelijkheid niet kunnen kennen omdat we gevangen zitten in beperkt bewustzijn. We zien slechts een reflectie van de werkelijkheid op de achterwand van de grot.

En als je even verder denkt, kom je al snel bij The Matrix van broer en zus Wachowski uit 1999 waarin een computerprogrammeur erachter komt dat de werkelijkheid, waar hij zich toch altijd al vragen over had gesteld, nog veel groter en complexer is dan hij zich ooit had kunnen voorstellen en dat het menselijk bewustzijn gevangen zit in een kunstmatige realiteit die The Matrix wordt genoemd.

Beperkt bewustzijn
Gevangen zitten in beperkt bewustzijn is een mythisch thema en de vraag die daarbij opkomt is een filosofische: hoe kunnen wij de werkelijkheid leren kennen?
Volgens oude Indianenstammen bestaat er niet zoiets als een objectieve werkelijkheid; alles wat je meemaakt verschijnt slechts ín jou. Als je in de trein stapt, verschijnt de trein in jouw bewustzijn, als je door het bos loopt, verschijnt het bos in jouw gewaarzijn. Met andere woorden: de werkelijkheid is slechts dat wat je waarneemt. Daarbuiten bestaat er niets. Pas op het moment dat er barsten ontstaan in je overzichtelijke universum en je waarneming zich verruimt, kan die realiteit veranderen.

Een tipje van de sluier
Wij zijn net als Jack, we beschouwen alleen dat wat we zien en kunnen aanraken als echt. We vertellen daar verhalen over en zijn ontzet en ongelovig als iemand ons iets vertelt over een andere werkelijkheid of een andere gewaarwording.
Soms moet er dus een muis in ons blikveld opdoemen, zoals in ‘Room’ bij Jack, om ons perspectief open te breken.

Goed vertelde verhalen kunnen de functie van zo’n muis hebben. Ze lichten een tipje van de sluier op en verruimen ons bewustzijn; ze tonen ons een nieuwe wereld.





woensdag 3 februari 2016

Festina lente


Ik verbleef een maand op een zonnig eiland, voorbij de klokkentijd. De zon scheen, de golven likten de rotsen of spatten er schuimend op stuk. De vulkaan nodigde uit tot een vrolijke dans en iedere ochtend rekte de tijd zich gapend uit om de dag ’s avonds als bij toverslag te laten verdwijnen. Het was de engel Kairos die uitnodigde tot mijmeren, slapen en spelen.

Het heilige moeten bedaarde, gedachten kregen ruimte, ontsnapten aan hun keurslijf en maakten magisch-realistische sprongetjes.

De Engel Kairos
Soms verschenen vreemde beelden, die nog half vast zaten aan oude gedachten, en als ik ze wilde vastgrijpen, glipten ze weg als glibberige vissen uit een overvol net. Dan zwom ik ze achterna de zee in, of wachtte geduldig op een rots tot ze zich weer aandienden.
Ik haastte me uiterst langzaam.

Nu ben ik weer terug in het rijk van de god Kronos. De tijd zit me nu al weer op de hielen, daagt me uit, spoort me aan, zet me vast en voelt als een strak pak.

Daarom ik smeek ik Kairos om iedere dag even in te grijpen, de strenge Kronos te onderbreken en mij te vragen stil te staan. En dan de vraag te stellen: wat doe je nu met dit kostbare moment?